We gaan hierna in op mogelijk belastingvoordeel dat met aftrekposten kan worden behaald, vooral in box 1 van de inkomstenbelasting, waarin inkomsten uit loon, pensioen en de eigen woning worden belast. Voor personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt, geldt in box 1 een tweeschijvenstelsel. De eerste schijf loopt in 2023 tot € 73.031 en kent dan een tarief van 36,93%. Alles daarboven is belast tegen 49,5%.
Daarnaast bestaan in ons systeem heffingskortingen, waarmee de verschuldigde belasting wordt verminderd. De belangrijkste heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk: de korting wordt minder als het inkomen stijgt (en vice versa). Zo kan een aftrekpost niet alleen belastingbesparing opleveren van het genoemde tarief, maar ook zorgen voor een hogere heffingskorting (en bij een hoger inkomen juist andersom). Het werkelijke voordeel van een aftrekpost kan dus groter zijn dan het tarief alleen. Het hangt echter van iemands persoonlijke situatie af hoe de uitkomst uitvalt.
De in 2020 ingezette tariefdaling bereikt zijn laatste trede: het tarief van de eerste schijf in box 1 daalt volgend jaar van nu 37,07% naar 36,93%. De meeste aftrekposten kunnen dan slechts tegen dit tarief worden verrekend. Dit geldt als uw inkomen meer dan € 73.031 bedraagt en u aftrekposten (deels) tegen het hoogste tarief kunt aftrekken. Dit jaar kan dat nog tegen 40%. In 2023 komen aftrekposten in aftrek tegen maximaal 36,93%. U kunt hierop inspelen door aftrekposten zo veel mogelijk in de tijd naar voren te halen.
Naast aftrekposten voor ondernemers gaat het om uitgaven voor onderhoudsverplichtingen (partneralimentatie), uitgaven voor specifieke zorgkosten, weekenduitgaven voor gehandicapten, aftrekbare giften, het restant persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren en verliezen op beleggingen in durfkapitaal.
De aftrekposten voor o.a. premie arbeidsongeschiktheidsverzekering en lijfrente zijn uitgezonderd van deze aftrekbeperking
Vanaf 2023 krijgt een belastingplichtige met weinig inkomen de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting niet meer gedeeltelijk uitbetaald, ook niet als de fiscale partner voldoende belasting betaalt. Dit jaar kunt u nog 6,67% van de kortingen uitbetaald krijgen, op voorwaarde dat uw fiscale partner wel voldoende belasting betaalt. Degenen die vóór 1 januari 1963 geboren zijn, hebben nog wel recht op uitbetaling van de algemene heffingskorting, mits de partner voldoende belasting betaalt. Voor die groep geldt echter ook dat geen recht bestaat op uitbetaling van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
U kunt het verlies aan heffingskortingen voorkomen! Heeft uw partner geen of onvoldoende eigen inkomsten, maar beschikt u samen met uw partner over belastbaar vermogen, dan kunt u hiermee het verlies aan heffingskortingen (deels) voorkomen. U doet dit door in de aangifte het vermogen geheel of gedeeltelijk aan de partner zonder of met weinig eigen inkomsten toe te rekenen. Dit vermogen wordt namelijk belast in box 3, zodat uw partner toch over inkomsten beschikt. De heffingskortingen verminderen dan de belasting die wordt berekend over de box 3-inkomsten.
Wanneer u nog dit jaar een lijfrente koopt of een bedrag stort op uw lijfrentespaarrekening of -beleggingsrecht creëert u daarmee een extra aftrekpost. De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw; aan het begin van het jaar mag u nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt hebben. U kunt uw reserveringsruimte berekenen op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Als u voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kunt u de premie in 2022 aftrekken tegen maximaal 49,5%. Lijfrentes blijven ook de komende jaren gewoon aftrekbaar tegen het tabeltarief. Als u nu de premie kunt aftrekken tegen 49,5% en de uitkeringen zijn vanwege een daling van uw inkomen te zijner tijd belast tegen 36,93%, dan bedraagt het tariefvoordeel 12,57%-punt.
Tip! Zorg dat u de lijfrentepremies in 2022 betaalt! Alleen dan kunt u deze nog in aftrek brengen in uw aangifte inkomstenbelasting 2022. Bepaalde heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Zo is uw algemene heffingskorting mogelijk hoger door de aftrek van een lijfrentepremie.
Giften aan goede doelen zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Voor giften geldt een drempel van 1% van uw verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten, met een minimum van € 60. Alleen het bedrag aan giften boven deze drempel is aftrekbaar. Voor giften geldt ook een plafond (maximum) van 10% van het verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten.
De aftrek van periodieke giften per 2023 wordt begrensd op € 250.000 per huishouden. Het meerdere levert vanaf 2023 dus geen aftrek meer op.
Tip!
U kunt giften over meerdere jaren beter clusteren, zodat u maar één jaar met de drempel te maken heeft. Komt u met uw giften boven het plafond van 10% van uw inkomen uit, dan is het juist beter uw giften over meerdere jaren te spreiden. Schenk periodiek als u geen last wilt hebben van de drempel of het plafond. Bereken wel of het inspelen op het plafond en de drempel door periodiek te schenken, opweegt tegen het nadeel dat uw schenking over een langere periode wordt uitgesmeerd en vanwege de dalende tarieven minder oplevert.
Profiteer ook dit jaar nog van de jaarlijkse schenkvrijstelling in de schenkbelasting. Zo kunt u in 2022 uw kinderen belastingvrij € 5.677 schenken en uw kleinkinderen of derden € 2.274.
Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt voor 2022 een eenmalige verhoging van dit bedrag tot:
De vrijstelling van € 106.671 ten behoeve van een eigen woning geldt onder voorwaarden ook voor andere personen dan de eigen kinderen. De schenking kan eveneens worden toegepast indien het kind ouder is dan 40, maar een partner heeft tussen de 18 en 40 jaar oud.
De eenmalige schenking van € 106.671 ten behoeve van de eigen woning wordt in 2023 verlaagd naar € 28.947 en per 2024 afgeschaft.
Er gelden overgangsregelingen waarmee het gebruik van de schenking voor de eigen woning kan worden opgerekt:
Zo kunt u de komende jaren dus toch nog gebruikmaken van de verhoogde vrijstelling voor de eigen woning. Dat is bijvoorbeeld handig indien uw kind nog geen woning heeft gevonden, maar wel voornemens is die in 2023 of 2024 te kopen. In dat geval kunt het bedrag dus al wel dit jaar overmaken. U kunt aan de schenking dan tevens de ontbindende voorwaarde verbinden dat het bedrag terug moet worden betaald als het niet tijdig wordt besteed aan een woning. Als de schenking dan in stand blijft, is alsnog schenkbelasting verschuldigd. De ontbindende voorwaarde moet wel worden overeengekomen bij de schenking en moet dus later verplicht worden uitgevoerd als de voorwaarde wordt vervuld.
De overdrachtsbelasting voor panden die geen eigen woning (hoofdverblijf) zijn, wordt in 2023 verhoogd van 8% naar 10,4%. Tracht een opgestarte aankoop van een dergelijk pand nog voor 31 december van dit jaar af te ronden.
Er was en is veel te doen over de heffing over vermogen, oftewel de box 3-heffing, sinds het arrest van de Hoge Raad eind 2021. Daarom is er herstelwetgeving opgesteld en een overbruggingswet voorgesteld. Vanaf 2026 is het de bedoeling dat heffing over het werkelijk rendement gaan plaatsvinden.
De overbruggingswet is van toepassing vanaf 2023. In de overbruggingswet wordt het inkomen nog steeds bepaald aan de hand van fictieve rendementen. Hierbij wordt uitgegaan van de werkelijke samenstelling van iemands vermogen verdeeld over drie verschillende categorieën.
De volgende fictieve rendementen gelden voor 2022:
De fictieve rendementen voor bank- en spaartegoeden, deposito en contant geld en voor schulden worden pas na afloop van het jaar vastgesteld. Voor overige bezittingen is het fictieve rendement voor 2023 vastgesteld op 6,17%.
Met een bv zijn oprichtings- en instandhoudingskosten gemoeid, bijvoorbeeld voor het jaarlijks (laten) maken van een jaarrekening. En om de laag renderende overige bezittingen na verloop van tijd belastingvrij naar privé te halen, is een gang naar de notaris nodig. Het is belangrijk bij de keuze voor de bv-variant deze kosten af te trekken van de jaarlijkse voordelen om te bepalen of het geheel voor u aantrekkelijk is.
nan
© 2024 HLB Nannen | Cookie statement | Privacy statement | Algemene voorwaarden | KVK 01140751 | BTW NL0033 79 760 B01