*Bij de samenstelling van deze Eindejaarstips 2021 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Aan het eind van het jaar heeft u meer zicht op eventueel te
behalen winst. Wellicht komt u in de
inkomstenbelasting net in het hoogste tarief. Het kan dan
aantrekkelijk zijn om uw winst te verlagen door bijvoorbeeld kosten
of een geplande investering naar voren te halen. Houd hierbij wel rekening
met de invloed die dit heeft op uw totale kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.
Let hierbij ook op de invloed van inkomensafhankelijke heffingskortingen op de
te betalen belasting. Laat het effect berekenen door uw adviseur!
Wijkt uw winst af van de verwachtingen, vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag aan. Hiermee voorkomt u de hoge belastingrente (sinds 1 oktober 2020 is deze weer terug op 4%) en verlaagt u uw vermogen in box 3.
Als ondernemer heeft u in beginsel
recht op de investeringsaftrek voor kleinschalige investeringen. Een van de voorwaarden
is een minimum investeringsbedrag, in 2021 € 2.401. De KIA krijgt u bovendien
alleen voor investeringsgoederen waarop u moet afschrijven. Het bedrijfsmiddel moet
dus minstens € 450 kosten. Investeert u in 2021 in totaal dus minstens voor €
2.401 aan bedrijfsmiddelen die ieder minstens € 450 kosten, dan heeft u recht
op de KIA.
Rondom de
investeringsaftrek is er een aantal zaken om rekening mee
te houden: het moment van het aangaan van investeringsverplichtingen
(opdrachtbevestiging, ondertekening offerte e.d.) in combinatie met de tabel
van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.
Het percentage aan aftrek is in
2021 het hoogst als het totaal aan verplichtingen ligt tussen € 2.400
en € 59.170 (namelijk: 28%). Tussen € 59.170 en € 109.574 is de
KIA een vast bedrag: € 16.568. Het plannen, en voor zover mogelijk het
spreiden van investeringsverplichtingen, loont vaak de moeite.
Ook moet het bedrijfsmiddel in
gebruik genomen zijn in 2021 óf er moet voldoende (25%) aanbetaald zijn.
Anders schuift de aftrek door naar latere jaren. Afhankelijk van de verwachte
winsten kan het aantrekkelijk zijn nog in 2021 een aanbetaling te doen.
Let daarbij wel op de risico’s zoals de kans op faillissement van de
leverancier.
LET OP!
Soms mag u bedrijfsmiddelen willekeurig afschrijven, zoals sommige bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst staan. Heeft u deze nog niet in gebruik genomen, dan kunt u toch willekeurig afschrijven over maximaal het bedrag dat u in het jaar van investeren heeft betaald.
Heeft u in de afgelopen vijf jaar (dus tussen 2017 en 2021) gebruikgemaakt van de investeringsaftrek en verkoopt u het bedrijfsmiddel weer of ruilt u het in, dan krijgt u mogelijk te maken met de desinvesteringsbijtelling, waardoor u een gedeelte van de aftrek weer moet terugbetalen. Houd hier rekening mee en wacht, voor zover mogelijk, met de desinvestering tot in 2022.
Als u milieuvriendelijk investeert, heeft u mogelijk recht op de milieu-investeringsaftrek (MIA). De percentages hiervan worden in 2022 verhoogd, dus zou het aantrekkelijk zijn om uw investeringen uit te stellen tot 2022. Het is nu nog echter niet duidelijk welke bedrijfsmiddelen voor de MIA in aanmerking komen in 2022 en welk percentage dan voor het betreffende bedrijfsmiddel geldt. De nieuwe Milieulijst wordt eind 2021 gepubliceerd. Houd deze eind dit jaar in de gaten en beslis dan of u nog dit jaar of beter juist volgend jaar milieuvriendelijk investeert. Bereid een en ander alvast voor met uw leverancier.
LET OP!
Van de KIA zijn uitgesloten: goodwill, grond, woonhuizen en personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer. Ook zijn uitgesloten de investeringen die u voor 70% of meer verhuurt.
Door een arrest van de Hoge Raad moest de KIA voor uw investeringen in alle ondernemingen samen worden toegepast. Het kabinet heeft alsnog duidelijk gemaakt dat vanaf 2021 de KIA per onderneming dient te worden berekend en toegepast. Een ondernemer die meerdere ondernemingen heeft, mag voor elke onderneming apart de KIA berekenen. Dit pakt meestal voordelig uit.
Beoordeel of uw ondernemingsverlies
uit het verleden nog tijdig kan worden verrekend. Uw ondernemingsverlies in de
inkomstenbelasting kunt u verrekenen met positieve inkomsten in box 1 uit de
drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren.
Dreigt uw verlies uit het verleden verloren te gaan vanwege het verlopen van de termijn? Beoordeel dan of er mogelijkheden zijn om uw winst dit jaar te verhogen. U kunt bijvoorbeeld bepaalde uitgaven uitstellen of omzetten eerder realiseren. Een in januari geplande verkoop van een bedrijfsmiddel wordt dan wellicht in december extra aantrekkelijk. Overleg met uw adviseur over de mogelijkheden.
Liquiditeiten met een laag rendement, zoals uw bedrijfsbankrekening, kunt u het best pas na 31 december overbrengen naar privé. Op die manier voorkomt u de relatief hoge belasting in box 3.
Andersom is het verstandig om noodzakelijke liquiditeiten vanuit privé vóór 31 december van dit jaar over te maken naar uw bedrijfsrekening. Als voorwaarde voor liquide middelen in de onderneming geldt dat ze niet duurzaam overtollig mogen zijn. U moet dus aannemelijk kunnen maken dat u de banksaldi nodig heeft voor de onderneming (voor investeringen of als buffer om verplichtingen na te kunnen komen).
Dit zorgt voor een hoger ondernemingsvermogen, wat ook van belang is voor dotatie aan de fiscale oudedagsreserve.
LET OP!
Pas op voor de antimisbruikmaatregelen tegen box-hoppen. Vermogen dat voor 1 januari vanuit box 3 naar de onderneming wordt overgebracht én dat niet langer dan zes aaneengesloten maanden binnen deze box wordt gebruikt, rekent de fiscus toe aan beide boxen met dubbel belasting betalen als gevolg. Voor vermogen dat langer dan drie maanden, maar minder dan zes maanden van box is verwisseld, hoeft u geen dubbele belasting te betalen als u zakelijke motieven kunt bewijzen.
nan
© 2024 HLB Nannen | Cookie statement | Privacy statement | Algemene voorwaarden | KVK 01140751 | BTW NL0033 79 760 B01