*Bij de samenstelling van deze Eindejaarstips 2021 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Per 1 januari 2017 bestaat een schenkingsvrijstelling voor de
eigen woning. Voor 2021 bedraagt deze vrijstelling € 105.302. Deze
vrijstelling kan onder voorwaarden gespreid over drie opeenvolgende jaren benut
worden. Als de ontvanger van de schenking deze gebruikt voor aflossing van de
schuld inzake de eigen woning, kan door spreiding de boeterente misschien
(deels) worden voorkomen.
De geschonken bedragen moeten uiterlijk in het tweede kalenderjaar
na het kalenderjaar waarin de eerste schenking is gedaan, worden gebruikt voor
de eigen woning. Voorwaarde voor de vrijstelling is dat de begunstigde tussen
18 en 40 jaar moet zijn. Als de schenking gespreid plaatsvindt, moet op alle
momenten aan deze voorwaarde worden voldaan.
Degene die de schenking ontvangt, moet deze gebruiken voor de
eigen woning. Het gaat om de verwerving of verbouwing van een eigen woning, de
afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die
woning en de aflossing van de eigenwoningschuld of de restschuld na verkoop van
de eigen woning.
De vrijstelling is niet beperkt tot schenkingen tussen ouders en
kind. Hierdoor kan er ook buiten de gezinssituatie gebruik worden gemaakt van
de vrijstelling.
De schenking leidt bij u tot een lager belastbaar vermogen in box 3. Schenkt u nog in 2021, dan bespaart u in 2022 belasting in box 3.
Als u geen hypotheekrente in aftrek brengt, hoeft u slechts een
gering deel van het eigenwoningforfait bij te tellen. Om die reden kan het
verstandig zijn om een lage hypotheekschuld af te lossen. Bijkomend voordeel is
dat hiermee ook uw box 3-vermogen lager wordt en u dus ook minder belasting in
box 3 betaalt. Uiteraard moet u dan wel zorgen dat u uiterlijk 31 december 2021
aflost.
LET OP!
Deze regeling wordt vanaf 2019 over een periode van dertig jaar geleidelijk afgeschaft. Uw voordeel zal dus per jaar kleiner worden en uiteindelijk verdwijnen.
LET OP!
Bedenk vooraf of u mogelijk op een later moment geen ander bestedingsdoel heeft voor het voor de aflossing gebruikte box 3-vermogen. Indien u later opnieuw voor dat bedrag een hypotheek voor uw woning afsluit, is de rente namelijk niet meer aftrekbaar.
Met rentemiddeling wordt bedoeld dat u uw huidige rentevaste
periode openbreekt en dat u andere afspraken maakt met uw hypotheekverstrekker.
Dit kan zonder dat ineens de boeterente vanwege vervroegd aflossen betaald
hoeft te worden. Bij rentemiddeling is de boeterente namelijk niet ineens
verschuldigd, maar wordt uitgesmeerd over de nieuwe rentevaste periode. Hiermee
wordt een lagere hypotheekrente ineens bereikbaar voor een veel grotere groep.
Onderzoek daarom of in uw situatie rentemiddeling een mogelijkheid is.
De boeterente bij rentemiddeling is eveneens aftrekbaar. Naast de
boeterente kan het rentepercentage ook verhoogd worden met andere opslagen die
geen verband houden met de boeterente. Bijvoorbeeld een opslag voor het risico
van vroegtijdig aflossen van de hypotheekschuld.
Deze andere opslagen, boven op de hypotheekrente en de boeterente,
mogen in totaal niet hoger zijn dan 0,2%. Als dat het geval is, komen deze
andere opslagen ook voor renteaftrek in aanmerking.
Het tarief waartegen de (boete)rente in aftrek kan worden gebracht, wordt afgebouwd tot 37,05% (2023). In 2021 is de rente maximaal aftrekbaar tegen 43%. Door dit jaar een lening over te sluiten en de boeterente te betalen, kan mogelijk een fiscaal voordeel worden behaald ten opzichte van de rentemiddeling.
LET OP!
Als het percentage van de andere opslagen hoger is dan 0,2%, kan over de gehele andere opslag geen rente worden afgetrokken. U moet dan de betaalde rente herrekenen naar de rente die u mag aftrekken als betaalde hypotheekrente.
nan
© 2024 HLB Nannen | Cookie statement | Privacy statement | Algemene voorwaarden | KVK 01140751 | BTW NL0033 79 760 B01