Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? Een aantal aangekondigde veranderingen vraagt om goede planning.
In de Fiscale Eindejaarstips hebben wij zo veel mogelijk rekening
gehouden met de belastingplannen van het (demissionaire) kabinet voor volgend
jaar. Ook de moties en amendementen die de Tweede Kamer pal voor het reces
aannam, zijn erin verwerkt.
Een aantal plannen van het kabinet is nog niet definitief. Deze moeten nog door de (Tweede en) Eerste Kamer worden goedgekeurd. Welke dat zijn, kunnen wij u uiteraard vertellen. Ook worden nog steeds nieuwe plannen bekendgemaakt of worden huidige plannen aangepast. Daarom overleggen wij graag met u of het verstandig is wel of geen stappen te zetten. En zo ja, welke!
In onze tips wordt ingegaan op het (mogelijke)
belastingvoordeel dat met aftrekposten kan worden behaald, met name in box 1
van de inkomstenbelasting, waarin inkomsten uit loon, pensioen en de eigen
woning worden belast. Voor personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben
bereikt, geldt in box 1 een tweeschijvenstelsel. Schijf 1 loopt in 2023 tot
€ 73.031 tegen een tarief van 36,93%. Volgens het Belastingplan 2024 wordt
deze schijf in 2024 opgerekt tot € 75.624 en kent dan een tarief van
36,97%. Alles daarboven is in 2023 en 2024 belast tegen 49,5%.
In het systeem van belastingheffing
bestaan heffingskortingen, waarmee de verschuldigde belasting wordt verminderd.
De belangrijkste heffingskortingen zijn echter inkomensafhankelijk, waardoor de
korting minder wordt als het inkomen stijgt (en vice versa). Zo kan het zijn
dat een aftrekpost niet alleen belastingbesparing oplevert van het genoemde
tarief, maar ook zorgt voor een hogere heffingskorting (en bij een hoger
inkomen juist andersom). Het werkelijke voordeel van een aftrekpost kan dus
groter zijn dan het tarief alleen. Maar omdat de uitkomst afhankelijk is van
iemands persoonlijke situatie is het niet mogelijk om die middels een eenvoudige
een formule te berekenen.
Wij zetten hieronder 7 belangrijke fiscale eindejaarstips voor alle belastingplichtigen uiteen:
Sinds 2023 krijgt een belastingplichtige met weinig inkomen de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting niet meer gedeeltelijk uitbetaald, ook niet als de fiscale partner voldoende belasting betaalt. Alleen degenen die vóór 1 januari 1963 geboren zijn, hebben nog recht op uitbetaling van de algemene heffingskorting, mits de partner voldoende belasting betaalt. Ook deze groep heeft geen recht op uitbetaling van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Hoe kunt u het verlies aan heffingskortingen voorkomen? Heeft uw partner geen of onvoldoende eigen inkomsten, maar beschikt u samen met uw partner over belastbaar box 3 vermogen, dan kunt u hiermee het verlies aan heffingskortingen (deels) voorkomen. U doet dit door in de aangifte het vermogen geheel of gedeeltelijk aan de partner zonder of met weinig eigen inkomsten toe te rekenen. Dit vermogen wordt namelijk belast in box 3, zodat uw partner toch over inkomsten beschikt. De heffingskortingen verminderen dan de belasting die wordt berekend over de box 3-inkomsten.
De fiscaal aftrekbare bedragen bij aankoop van een lijfrente zijn dit jaar fors verhoogd. Voor degene met een pensioentekort is de fiscale jaarruimte voor de aftrek van lijfrentepremies in 2023 verhoogd naar 30% van het inkomen waarmee u spaart voor uw pensioen. De maximale jaarruimte is in 2023 bovendien gestegen van € 15.317 naar € 34.550.
Een andere verruiming is dat u tot vijf jaar na het bereiken van uw AOW-leeftijd lijfrentepremies kunt aftrekken. Tot 2023 kon dit tot aan uw AOW-leeftijd.
Ook kunt u in 2023 tot tien jaar terug gebruikmaken van de jaarruimte voor aftrek van lijfrentepremies. Tot 2023 was dit zeven jaar. Heeft u de afgelopen tien jaar dus niet de volledige jaarruimte benut voor de aankoop van een lijfrente, dan kan dit alsnog. Ook dit inhaalbedrag is fors verhoogd van € 8.065 naar maximaal € 38.000.
Koopt u een lijfrente of stort u een bedrag op uw lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht, dan creëert u daarmee een extra aftrekpost. Het pensioen-opbouwtekort wordt bepaald aan de hand van de jaar- en reserveringsruimte. U kunt deze ruimte berekenen op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Als u voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kunt u de premie in 2023 aftrekken tegen maximaal 49,5%. Lijfrentes blijven ook de komende jaren gewoon aftrekbaar tegen het tabeltarief. Als u nu de premie kunt aftrekken tegen 49,5% en zijn de uitkeringen vanwege een daling van uw inkomen te zijner tijd belast tegen 36,97%, dan bedraagt het tariefvoordeel 12,53%-punt. Overigens zijn de betaalde bedragen alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw.
Tip!
Zorg dat u de lijfrentepremies in 2023 betaalt! Alleen dan kunt u deze nog in aftrek brengen in uw aangifte inkomstenbelasting 2023. Bovendien betaalt u minder belasting in box 3 als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen.
Let op!
De betaalde lijfrentepremie vermindert de te betalen belasting, maar niet de te betalen premie Zvw. Over de lijfrente-uitkering betaalt u bij ontvangst wel premie Zvw. Dit betekent een dubbele heffing, voor zover uw inkomen bij uitbetaling van de lijfrentetermijnen onder de Zvw-premiegrens valt en u nu de Zvw-premiegrens nog niet heeft bereikt. Hierdoor wordt het nettorendement van de lijfrente kleiner.
Bepaalde heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Zo is uw algemene heffingskorting mogelijk hoger door de aftrek van een lijfrentepremie. Boven een inkomen van € 73.031 heeft de lijfrentepremieaftrek in 2023 geen effect meer op de algemene heffingskorting.
Profiteer ook dit jaar nog van de jaarlijkse schenkvrijstelling in de schenkbelasting. Zo kunt u in 2023 uw kinderen belastingvrij € 6.035 schenken en uw kleinkinderen of derden € 2.418.
Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt voor 2023 een eenmalige verhoging van het bedrag van € 6.035 tot:
Voor de leeftijdsgrens is bij schenking de leeftijd bepalend bij het aangaan van de schenkingsovereenkomst. Degene die de schenking ontvangt, moet dus op dat moment aan de leeftijdsgrens voldoen en dus tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, waarbij de 40ste verjaardag nog meetelt.
Let op!
De eenmalige schenking ten behoeve van de eigen woning (voorheen ‘jubelton’) is in 2023 verlaagd naar € 28.947 en wordt per 2024 afgeschaft.
Er gelden overgangsregelingen waarmee het gebruik van de schenking voor de eigen woning kan worden opgerekt:
Let op!
De vrijstelling van € 28.947 ten behoeve van een eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen. Houd wel rekening met de voorwaarden van deze schenking. De schenking kan eveneens worden toegepast indien het kind ouder is dan 40, maar een partner heeft tussen de 18 en 40 jaar oud.
Vanaf 2024 zijn giften in natura met een waarde van meer dan € 10.000 alleen nog aftrekbaar als er een objectieve waardebepaling heeft plaatsgevonden, die moet blijken uit een onafhankelijk taxatierapport of factuur. Voor fiscale partners wordt de grens gesteld op € 20.000. De voorgestelde aanscherping geldt zowel voor de giftenaftrek in de inkomsten- als in de vennootschapsbelasting. Wilt u deze extra kosten vermijden, schenk dan uw gift in natura nog in 2023.
Tip! Schenkt u nog in 2023, dan vermindert de schenking uw vermogen in box 3, wat bij u tot belastingbesparing in 2024 kan leiden. Dit is vooral het geval als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Indien de ontvanger van de schenking het bedrag per 1 januari nog niet heeft besteed, maakt het wel onderdeel uit van diens box 3-vermogen
Belegt u of uw fiscale partner geld in een groenfonds of heeft u groen spaartegoed? Dan kunt u korting krijgen. De heffingskorting voor groene beleggingen wordt berekend over uw vrijstelling voor groene beleggingen en is 0,7% van uw vrijstelling. In het Belastingplan 2024 bleef de vrijstelling voor groen sparen en groen beleggen ongewijzigd, maar door een amendement wordt deze regeling versoberd. Met ingang van 1 januari 2025 wordt de vrijstelling voor groene beleggingen per persoon verlaagd van € 65.072 naar € 30.000. Heeft u spaargeld, dat u niet direct nodig heeft dan kunt u overwegen dit geld hetzij dit jaar of in 2024 onder te brengen in een groenspaardeposito. Fiscale partners hebben recht op twee keer de hierboven genoemde bedragen.
Als u op dit moment veel laagrenderende overige bezittingen in box 3 heeft, kunt u overwegen een beleggings-bv op te richten waar u deze overige bezittingen vóór 31 december 2023 in stort en zo de peildatum van 1 januari 2024 in box 3 mist. In box 3 geldt een relatief hoog forfaitair rendement, terwijl u in de bv alleen betaalt over uw daadwerkelijk ontvangen opbrengsten. Een simpele berekening of u kiest tussen beleggen in box 3 of vermogen beheren in box 2 is er niet, omdat dit afhankelijk is van vele factoren, waaronder de hoogte van uw werkelijke rendement, de aard van uw overige bezittingen, de uitkomst van de lopende procedure bij de Hoge Raad over de box 3-heffing over werkelijk rendement, et cetera. Onze adviseurs kunnen de diverse scenario’s voor uw individuele situatie beoordelen en met u bespreken om zo een keuze te kunnen maken om wel of niet in 2023 nog actie te ondernemen.
Let op!
Tip! Een beleggings-bv zorgt er ook voor dat de laagrenderende overige bezittingen niet meer meetellen voor de vermogenstoets voor de toeslagen en de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het verblijf in een verzorgingsinstelling. Voor de omvang van het vermogen wordt daarbij in beginsel uitgegaan van de grootte ervan zoals dat twee jaren eraan voorafgaand was.
Controleer vooral uw voorlopige aanslag 2023. Is de aanslag te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan. Als u ervoor zorgt dat u uw voorlopige aanslag nog in 2023 betaalt, leidt dat tot een lager vermogen per 1 januari 2024 en bespaart u mogelijk belasting. In box 3 levert dit vooral een voordeel op als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Ook rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2024 een rente van 6% over uw aanslag 2023 en het voornemen is zelfs om dit te verhogen tot 7,5%. Dit is hoog, zeker in vergelijking met de rente op een spaarrekening. Voorkom dus dat u deze hoge belastingrente verschuldigd wordt en controleer of uw voorlopige aanslag 2023 juist is. Wanneer er iets wijzigt in uw situatie of uw inkomen, trek dan aan de bel bij uw adviseur, zodat we de voorlopige aanslag kunnen wijzigen.
Let op!
Heeft u in verband met uw bank- en spaartegoeden in box 3 al een voorlopige aanslag 2023 of vraagt u deze binnenkort aan? Neem dan begin 2024 uw situatie nogmaals onder de loep. Bij de voorlopige aanslag zal namelijk zijn gerekend met het voorlopige percentage voor inkomsten uit bank- en spaartegoeden (0,36%). Het werkelijke percentage wordt na afloop van 2023 bepaald. Op basis van de huidige situatie zal dit definitieve percentage naar verwachting worden vastgesteld op circa 0,8. Dat betekent dat u nog moet bijbetalen. Doet u dat pas later omdat u bijvoorbeeld uitstel heeft om uw aangifte in te dienen, dan zal de Belastingdienst (waarschijnlijk) 7,5% belastingrente in rekening brengen. En dat terwijl u bij de eerste opgave wellicht het goede vermogen heeft opgegeven.
Onder het huidige box 3-systeem zijn er in 2023 drie inkomenscategorieën met elk hun eigen fictieve rendement:
De samenstelling van het vermogen – en daarmee de box 3-heffing – wordt eens per jaar, in januari, vastgesteld. Door de verschillende rendementen op de verschillende categorieën is het aanlokkelijk om rond de peildatum de samenstelling van het vermogen tijdelijk te wijzigen. Dat wordt peildatumarbitrage genoemd.
Om dat tegen te gaan, is er antimisbruikwetgeving. Die ziet op twee verschillende situaties:
Als tussen het heen en weer wisselen minder dan drie maanden verstrijkt, wordt de transactie die heeft plaatsgevonden vóór 1 januari geacht niet te hebben plaatsgevonden, behalve als er een zakelijke reden kan worden aangetoond. Wees daarom bedacht op deze maatregel, want soms kan het onbedoeld plaatsvinden en vervelende consequenties hebben.
nan
Disclaimer
Bij de samenstelling van de Eindejaarstips 2023 is naar uiterste
betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen
hiervan.
© 2024 HLB Nannen | Cookie statement | Privacy statement | Algemene voorwaarden | KVK 01140751 | BTW NL0033 79 760 B01