HLB logo
Contact
Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)

U komt onder voorwaarden in aanmerking voor kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) als u hebt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen. Het bedrag dat u van de winst mag aftrekken, is afhankelijk van het totaalbedrag dat u per onderneming hebt geïnvesteerd. 

Om in 2022 in aanmerking te komen voor de KIAmoet u een bedrag tussen € 2.401 en € 332.994 investeren in bedrijfsmiddelen voor uw onderneming.

Het basispercentage voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek bedraagt 28% tot een totaalbedrag aan investeringen van € 59.940. Daarboven bedraagt de aftrek een vast bedrag van € 16.784 tot aan een totaalbedrag aan investeringen van € 110.999. 

Bedraagt het totaalbedrag aan investeringen in 2022 € 110.999 of meer, dan neemt het bedrag aan kleinschaligheidsinvesteringsaftrek langzaam af tot nihil bij investeringen van in totaal € 332.994. Het loont voor deze aftrek dus de moeite om investeringen te timen. 

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

Met de milieu-investeringsaftrek (MIA) profiteert u van een investeringsaftrek die kan oplopen tot 45% van het investeringsbedrag. De belangrijkste voorwaarde voor de MIA is dat het bedrijfsmiddel voorkomt op de Milieu- en Energielijst 2022

Het minimale investeringsbedrag is € 2.500 per bedrijfsmiddel. In totaal kunt u niet meer dan € 50 miljoen aan investeringen in aanmerking nemen. Investeringen kunnen tegelijkertijd in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek en kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Belangrijk: meld uw investering vooraf tijdig bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland via RVO.nl

Energie-investeringsaftrek (EIA)

Met de energie-investeringsaftrek (EIA) profiteert u van een investeringsaftrek tot 45,5% van de investeringskosten. U komt in aanmerking voor de EIA wanneer u investeert in een bedrijfsmiddel dat zorgt voor minder CO2-uitstoot, energiezuinig is of duurzame energie toepast. De belangrijkste voorwaarde voor de EIA is dat de het bedrijfsmiddel voorkomt op de Milieu- en Energielijst 2022

Het minimale investeringsbedrag is € 2.500 per bedrijfsmiddel. Het maximum investeringsbedrag is € 128.000.000

Investeringen kunnen tegelijkertijd in aanmerking komen voor energie-investeringsaftrek en kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Belangrijk: u moet uw investering vooraf tijdig melden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland via RVO.nl!

Een combinatie van energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek is niet mogelijk.

Op de website van de RVO kunt u aanvullende informatie vinden omtrent duurzaam ondernemen en bovenstaande regelingen. Daar leest u ook meer over subsidiemogelijkheden. 

Contact

Mocht u hierover vragen hebben dan zijn wij u uiteraard graag van dienst.

nan

De WHOA, ofwel Wet Homologatie Onderhands Akkoord, helpt bedrijven die door hoge schulden failliet dreigen te gaan. Met de WHOA kunnen deze bedrijven een doorstart maken (reorganisatie-akkoord) of gecontroleerd te stoppen (liquidatie-akkoord). 

Komst van WHOA

Voor de invoering van de WHOA was de medewerking van elke schuldeiser vereist voor een akkoord bij een schuldsaneringstraject ofwel één schuldeiser kon een akkoord blokkeren. Daardoor konden in de kern levensvatbare ondernemingen toch failliet gaan. Met de komst van de WHOA kan een deal door de Rechtbank dwingend aan alle partijen, schuldeisers en aandeelhouders, worden opgelegd, met inachtneming van een aantal waarborgen. 

Traject

De ondernemer is niet verplicht alle partijen te betrekken bij het WHOA voorstel. De vorm van het akkoord is behoorlijk vrij en kan voor elke klasse schuldeisers of aandeelhouders anders zijn.

Tijdens het WHOA traject houdt de ondernemer controle over de onderneming en kan doorgaan met ondernemen. Aan het WHOA traject zijn kosten verbonden en heb je een advocaat nodig om het akkoord in te dienen bij de Rechtbank. Verder is het te adviseren om een herstructureringsdeskundige in te schakelen.

Tot slot is op de KvK-site zeer nuttige informatie te vinden over het WHOA traject. 

Contact

Ook kunt u uiteraard contact opnemen met uw adviseur van HLB.

nan

Verhoogde vrijstelling schenking eigen woning

Op dit moment is het mogelijk een bedrag van maximaal €106.671 belastingvrij te schenken voor de aankoop van een eigen woning. Er gelden wel een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan om gebruik te kunnen maken van deze faciliteit uit de Successiewet:

Indien er bijvoorbeeld in 2021 een dergelijke schenking is gedaan, dient dit geschonken bedrag uiterlijk op 31 december 2023 te zijn aangewend bij de aankoop van een eigen woning. Er mag tevens niet eerder gebruik zijn gemaakt van een verhoogde vrijstelling. De schenking kan echter wel gedaan worden door meerdere personen. Het is dus bijvoorbeeld mogelijk dat een begiftigde zowel van zijn vader als van zijn oma een belastingvrije schenking voor de aankoop van een eigen woning verkrijgt. 

Afschaffing verhoogde vrijstelling

Per 1 januari 2024 zal de verhoogde vrijstelling voor schenking voor een eigen woning geheel worden afgeschaft. De gedachte achter deze afschaffing is dat de mogelijkheid tot een belastingvrije schenking de ongelijkheid tussen starters op de woningmarkt vergroot. Niet iedereen heeft immers de financiële mogelijkheden om een dergelijk bedrag te schenken. Het maximumbedrag van de vrijstelling voor schenking van een eigen woning wordt per 1 januari 2023 verlaagd tot €27.231. Het kabinet wil met deze verlaging al een eerste stap zetten om de ongelijkheid tussen starters op de woningmarkt te verkleinen. Feitelijk betekent deze verlaging een afschaffing van de verhoogde vrijstelling voor eigen woning voor ouders. Ouders mogen immers op dit moment al eenmalig €27.231 belastingvrij schenken aan hun kinderen. Aan deze vrijstelling zijn geen voorwaarden verbonden, deze kan vrij worden benut.

Benutten eenmalig verhoogde vrijstelling eigen woning

Wanneer u van plan bent om gebruik te maken van de verhoogde vrijstelling voor een eigen woning, dient u dit nog in 2022 te doen. In dit jaar kan de verhoogde vrijstelling nog worden benut voor een bedrag van maximaal €106.671. In 2023 is belastingvrij schenken voor een eigen woning slechts mogelijk tot een bedrag van maximaal €27.231. In 2024 zal de regeling zelfs in het geheel worden afgeschaft. Wanneer u in 2022 gebruik maakt van de verhoogde vrijstelling, kan het geschonken bedrag in 2022, 2023 en 2024 worden benut bij de aankoop van een eigen woning zonder dat er schenkbelasting verschuldigd is. 

Assistentie

Indien u gebruik wilt maken van de eenmalig verhoogde vrijstelling voor eigen woning en u hierbij onze assistentie nodig heeft, vernemen wij dit graag.

nan

In dit artikel kan voor huwelijk/gehuwden ook geregistreerd partnerschap/ geregistreerde partners worden gelezen.

Samenwoners

Vermogen

Zoals inmiddels wellicht bekend, delen samenwoners in principe geen bezittingen (en dus ook geen schulden) met elkaar, tenzij ze het bezit samen hebben gekocht (of de schuld samen zijn aangegaan). Om duidelijk te houden wat van wie is, kunnen samenwoners in een samenlevingscontract afspraken maken over wat ze willen delen en wat niet. Als je samenwoont, deel je bepaalde goederen automatisch. Dit zijn meestal gebruiksgoederen met een beperkte waarde, zoals de inboedelgoederen. In samenlevingscontracten wordt daarom vaak bepaald dat inboedel, ongeacht wie de aankoop heeft gedaan, als gemeenschappelijk vermogen wordt beschouwd. 

Aangezien samenwoners niet automatisch van elkaar erven, moeten zij een testament maken indien zij wel van elkaar willen erven. Ten aanzien van goederen die zij samen hebben, kunnen zij wel in het samenlevingscontract een zogenaamd verblijvingsbeding opnemen. In een verblijvingsbeding staat dat de gezamenlijke bezittingen na het overlijden van één van de partners toekomen aan de ander. Dit beding kan gelden voor de gezamenlijke inboedelgoederen, maar ook voor de gezamenlijke woning. Het verblijvingsbeding is een mooi instrument bij overlijden. Indien de achterblijvende partner geen erfgenaam is, zorgt een verblijvingsbeding ervoor dat deze niet zomaar uit de gezamenlijke woning kan worden gezet.

Inkomen 

Aangezien samenwoners geen gemeenschap van goederen hebben, delen zij ook geen inkomsten. Dit heeft tot gevolg dat als één partij de meeste kosten betaalt, deze partij bij een scheiding een vergoeding kan eisen van de ander. Om misverstanden te voorkomen, is het verstandig ook hierover afspraken te maken in een samenlevingscontract. In de meeste contracten staat dat de samenwoners gezamenlijke dagelijkse kosten (ook wel kosten van de huishouding genoemd) betalen naar rato van ieders inkomen. Deze afspraak heeft tot gevolg dat bij scheiding geen vergoedingsrecht meer bestaat van de partij die de meeste kosten heeft betaald. Vanzelfsprekend kan ook iets anders worden afgesproken.

In de praktijk bestaan veel misverstanden over een en/of bankrekening. Zo’n rekening staat op naam van beide partners. Beide partners hebben ook hun eigen bijbehorende pinpas. Toch is het niet zo dat de eigendom van het geld op deze rekening ook automatisch 50%/50% is. Stort slechts één partner geld op de en/of rekening en zijn er geen afspraken, dan blijft dat geld van die partner, ongeacht het feit dat de ander wel geld van die rekening kan opnemen. Het is daarom belangrijk hierover ook afspraken te maken.

Gehuwden

Vermogen

Als echtgenoten niets afspreken, geldt het wettelijke huwelijksvermogensrecht. Dit recht bepaalt sinds 2018 dat door het huwelijk een beperkte gemeenschap van goederen ontstaat als echtgenoten vooraf geen huwelijksvoorwaarden maken. De gemeenschap is beperkt tot de inkomsten, bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk opkomen. Erfenissen, schenkingen en hetgeen iemand aan privévermogen bij het aangaan van het huwelijk heeft vallen niet in de gemeenschap van goederen. Tot de gemeenschap behoren ook alle goederen die gezamenlijk zijn en alle gemeenschappelijke schulden. 

Voor huwelijken die voor 2018 zijn gesloten zonder huwelijkse voorwaarden geldt nog steeds de algemene gemeenschap van goederen. Dit houdt is dat alle bestaande en toekomstige bezittingen en schulden van beide echtgenoten behoren tot het gezamenlijke vermogen (de gemeenschap). Ook erfenissen en schenkingen die voor en gedurende het huwelijk aan een van de echtgenoten toekomen, vallen in beginsel in die gemeenschap (tenzij sprake is van een uitsluitingsclausule).

Bij een echtscheiding dient de gemeenschap (of deze nu beperkt is of algemeen) te worden verdeeld.

Echtgenoten kunnen bij hun huwelijk de wettelijke regeling volgen maar kunnen ook persoonlijke wensen vastleggen in huwelijkse voorwaarden.

Inkomen

Zoals hierboven aangegeven delen echtgenoten ook hun inkomsten samen als zij niets regelen. Dit volgt uit de wettelijke gemeenschap van goederen. Als je dit geheel niet wilt of je wilt het anders, dan moet je huwelijkse voorwaarden maken. In het verleden zijn er verschillende manieren van het delen van inkomen bedacht en verwerkt in huwelijkse voorwaarden. De meest voorkomende zijn de verrekenbedingen.  

De belangrijkste verrekenbedingen zijn:

  1. Finaal verrekenbeding
    Echtgenoten bepalen in een finaal verrekenbeding hoe hun vermogen, dat is opgebouwd met eigen vermogen, wordt verrekend met elkaar bij het einde van het huwelijk. Daarbij kan ook onderscheid worden gemaakt tussen einde van het huwelijk door overlijden en einde van het huwelijk door echtscheiding. Bij overlijden wordt vaak gekozen om alles met elkaar te delen. Bij echtscheiding mag dan juist geen verrekening plaatsvinden. Een finaal beding werkt altijd verplicht en wederkerig, bijvoorbeeld niet alleen bij overlijden van de rijkste partner.
  2. Periodieke verrekenbeding
    Bij een periodiek verrekenbeding bepalen echtgenoten dat zij geen vermogen delen en dat zij om de zoveel tijd inkomen met elkaar verrekenen. Bijvoorbeeld na afloop van ieder jaar. Ze spreken dan af dat beide partners, na aftrek van alle huishoudelijke kosten, de resterende inkomsten moeten verdelen. De meest verdienende partner zal dan vanzelfsprekend meer aan de minstverdienende partner betalen dan andersom. Beide echtgenoten kunnen dan zelf vermogen opbouwen. Er ontstaat dan geen gezamenlijk vermogen. Bij einde van het huwelijk hoeft er dan ook weinig te worden verdeeld.

Finale verrekenbedingen zijn in de praktijk gemakkelijk uit te voeren, omdat deze werken bij het einde van het huwelijk. De waarde van ieders privévermogen wordt inzichtelijk gemaakt en vervolgens 50-50 met elkaar gedeeld hetgeen resulteert in een uit te keren geldbedrag van de een aan de ander. Dit geldt echter niet voor de periodieke verrekenbedingen. Echtgenoten spreken af jaarlijks te verrekenen met elkaar, maar doen dat bijna nooit. Komt er dan een echtscheiding, dan is niet goed meer na te gaan wat verrekend had moeten worden. In die gevallen wordt door de rechter dan alsnog verrekend alsof er een gemeenschap van goederen heeft bestaan, zo schrijft de wet dat namelijk voor. Tenzij partijen kunnen bewijzen dat het anders moet. Dit leidt vaak tot een langdurige vervelende echtscheidingsprocedure.

Kortom, een periodiek verrekenbeding is een mooie regeling, maar blijkt in de praktijk lastig uitvoerbaar. Bij een echtscheiding geeft dit heel veel extra leed omdat echtgenoten dachten goede afspraken te hebben gemaakt maar die afspraken blijken anders uit te pakken. Het is daarom belangrijk huwelijkse voorwaarden om de paar jaar na te lezen en te bekijken of de afspraken daadwerkelijk worden nageleefd.

Tip

Heb je een periodiek verrekenbeding afgesproken met jouw partner, dan is er geen man overboord! Je kunt alsnog verrekenen over de afgelopen jaren. Jullie afspraken daarover leg je vast in een vaststellingsovereenkomst. Jouw HLB-adviseur kan je daarbij helpen. Voor de toekomst kan jouw adviseur de jaarlijkse verrekening dan samen met je opstellen aan de hand van jouw aangifte inkomstenbelasting.

Praat erover!

Ga je samenwonen of trouwen, praat met elkaar over jullie wensen om jullie inkomen en vermogen wel of niet met elkaar te delen. Neem daarna contact op met een adviseur om jullie te helpen de afspraken vorm te geven en zo goed mogelijk vast te leggen. 

nan

Om voor het STAP-budget in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

Aanvraagmoment

In 2022 worden er in totaal 6 aanvraagmomenten verdeeld over 6 periodes van 2 maanden. Het eerste aanvraagmoment was op 1 maart 2022 en het budget voor deze periode is al op. Het volgende aanvraagmoment zal op 1 mei 2022 zijn. In totaal is er in 2022 budget voor 160.000 aanvragen. 

Stappenplan

Zelf aanvragen

Werknemers dienen het STAP-budget zelf aan te vragen. Werkgevers kunnen de kosten van een opleiding, cursus of training vergoeden voor zover de kosten meer dan €1.000 bedragen. Deze vergoeding is vrijgesteld voor de loonbelasting als gevolg van een vrijstelling binnen de werkkostenregeling. De factuur zal op naam van de werknemer zelf komen te staan. Hierdoor kan de BTW niet verrekend worden.  

nan

Thema van het congres: Internationalisering

In zijn lezing heeft Krijn de studenten meegenomen in zijn ervaringen met het uitvoeren van controleopdrachten in een internationale context, waarbij onder meer aandacht is geschonken aan de impact van de ontwikkelingen in Oekraïne op bedrijven en accountantskantoren. Daarnaast is uitgebreid stilgestaan bij het (mogelijke) effect van cultuurverschillen op het werk als accountant en zijn visie op manieren waarop je deze cultuurverschillen kunt verkleinen.  

Positief ervaren

Tijdens de vragenronde en na afloop van de lezing is met de studenten nagepraat over deze interessante onderwerpen, die het dagelijks werk van de accountant soms meer beïnvloeden dan op voorhand gedacht wordt. Zowel de studenten als Krijn hebben de middag als positief ervaren!

nan

De Hoge Raad is van oordeel dat de met ingang van 1 januari 2017 geldende vermogensrendementsheffing in de inkomstenbelasting in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in het geval iemand door dit forfaitaire stelsel wordt geconfronteerd met een heffing naar een voordeel uit sparen en beleggen dat hoger is dan het werkelijk behaalde rendement. De Hoge Raad biedt hiervoor in deze zaak rechtsherstel door te bepalen dat alleen het behaalde werkelijke rendement uit de tot de rendementsgrondslag behorende bezittingen in de heffing wordt betrokken.

De uitspraak dwingt de politiek tot het maken van belangrijke keuzes. In dit artikel informeren wij u over de stand van zaken.

Bepalen werkelijk rendement

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat aangesloten moet worden bij het ‘werkelijke rendement’. De staatsecretaris heeft een aantal externe deskundigen gevraagd om dit begrip te definiëren.

Het advies van de deskundigen is dat bij de bepaling van het werkelijke rendement tevens rekening moet worden gehouden met de waardemutaties van de onderliggende vermogensbestanddelen. Dat betekent bijvoorbeeld dat ook de koersstijging (of daling) van aandelen en de toename (of afname) van de waarde van onroerend goed tot het rendement behoren.

Het is nog niet bekend of de politiek dit advies overneemt. Ook is niet bekend of belastingplichtigen met vermogenswinsten om die reden helemaal geen recht meer hebben op compensatie ten aanzien van de belastingheffing over hun bank- en spaarrekeningen. Dit zal afhangen van politieke keuzes en de mogelijkheden om geautomatiseerd rechtsherstel te bieden (zie hierna). 

Tijdig bezwaar gemaakt tegen de aanslag over 2017, 2018, 2019 en/of 2020?

Dit betreft de zogenoemde massaal-bezwaar procedures. De Staatssecretaris voor Fiscaliteit en Belastingdienst heeft op 4 februari 2022 aangegeven dat alle bezwaren gegrond zijn verklaard. Het fictieve rendement over inkomsten en sparen en beleggen moet vervangen worden door het werkelijke rendement.

In de komende periode gaat de staatsecretaris samen met de Belastingdienst op zoek naar een geautomatiseerde oplossing voor het afdoen van de bezwaarschriften. Daarbij is o.a. van belang op welke wijze het werkelijke rendement dient te worden bepaald. De kans bestaat dat belastingplichtigen zelf nog bewijsstukken moeten aanleveren, zeker indien ook sprake is van aandelen en/of onroerend goed. Wij verwachten uiterlijk in mei 2022 een update vanuit de politiek.

De meeste bezwaarschriften dienen formeel voor 4 augustus 2022 afgewikkeld te worden. De staatsecretaris heeft al aangegeven dat deze deadline vermoedelijk niet gehaald kan worden. Te zijner tijd bestaat wellicht de mogelijkheid om de overheid in gebreke te stellen en een dwangsomvergoeding te eisen. Wij informeren u hierover te zijner tijd.

Geen bezwaar gemaakt tegen reeds opgelegde definitieve aanslag over 2017, 2018, 2019 en/of 2020?

De belangrijkste vraag bij deze belastingplichtigen is of het nut heeft om alsnog bezwaar in te dienen. We noemen dit een ambtshalve bezwaarschrift. Ambtshalve bezwaar is in beginsel mogelijk tot 5 jaar na het einde van het belastingjaar. Een ambtshalve bezwaarschrift tegen de aanslag over het jaar 2017 dient uiterlijk 31 december 2022 ingediend te worden.

Wel gelden er specifieke vereisten ten aanzien van de beoordeling van een ambtshalve bezwaarschrift. De overheid heeft (spoed)advies ingewonnen bij de Landsadvocaat ten aanzien van deze specifieke eisen. Uit dit advies blijkt dat de overheid juridisch gezien niet verplicht is om compensatie te bieden aan belastingplichtigen die geen tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen de aanslag. De Landsadvocaat wijst er wel op dat een Rechtbank inmiddels anders heeft geoordeeld en wel compensatie heeft geboden (uitspraak nog niet gepubliceerd).
De staatsecretaris werkt momenteel diverse scenario’s uit. Ook het compenseren van alle belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt behoort tot de mogelijkheden. Uiteindelijk zal de politiek hierin een keuze moeten maken. 

Nog geen definitieve aanslag gehad over 2017, 2018, 2019 en/of 2020?

De Belastingdienst heeft aangegeven voorlopig geen nieuwe definitieve aanslagen over deze jaren op te leggen. Het is de bedoeling dat deze aanslagen op een later moment alsnog worden opgelegd, waarin direct compensatie wordt geboden (eventueel nadat de belastingplichtige informatie heeft verstrekt over zijn werkelijke rendement).

Mocht u toch een aanslag ontvangen en bezwaar willen maken dan kunt u contact met ons opnemen.

Aangiften inkomstenbelasting 2021

De aangiften inkomstenbelasting 2021 kunnen op reguliere wijze worden ingediend. Er zullen voorlopig geen definitieve aanslagen worden opgelegd. Het is de bedoeling dat deze aanslagen op een later moment alsnog worden opgelegd, waarin direct compensatie wordt geboden (eventueel nadat de belastingplichtige informatie heeft verstrekt over zijn werkelijke rendement).

Het is op dit moment dus niet nodig om gegevens ten aanzien van uw werkelijke rendement bij ons aan te leveren.

nan

Vragen?

Mocht u omtrent uw eigen positie ten aanzien van Box 3 vragen hebben, neemt u dan contact met ons op. In overleg met u zullen wij uw positie bepalen en, indien mogelijk en gewenst, bezwaar voor u maken.

Wat is een UBO?

UBO staat voor Ultimate Beneficial Owners, natuurlijke personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van, of zeggenschap hebben over, een organisatie. 

Iedere entiteit heeft 1 of meer UBO's.

Waarom is het UBO-register in het leven geroepen?

Het register komt voort uit Europese regelgeving. Elk EU-land moet een UBO-register bijhouden. Het UBO-register is ondergebracht bij het Handelsregister. KVK beheert het Handelsregister.

De reden waarom we een UBO-register hebben, is dat dit helpt bij het voorkomen van witwassen van geld en terrorismefinanciering. Zo moeten financiële instellingen bijvoorbeeld in het UBO-register checken wie de UBO van een organisatie is voordat zij een verkooptransactie doen, een bemiddelingsopdracht uitvoeren of een zakelijke overeenkomst afsluiten. Daarnaast helpt het UBO-register opsporingsinstanties bij het achterhalen van criminele activiteiten zoals het witwassen, belastingontduiking en fraude.

Om die redenen is het belangrijk dat in het UBO-register accurate en actuele informatie over de uiteindelijk belanghebbenden van een organisatie is opgenomen.

Hoe kunt u de UBO registreren?

U bent als bestuurder verplicht om de UBO(‘s) van uw entiteit te registreren bij de Kamer van Koophandel. Daartoe biedt de website van de KvK twee mogelijkheden:

Heeft u de UBO’s voor uw organisatie nog niet ingeschreven?
Hier vindt u de link naar de online UBO-registratie en kunt u nagaan welke documenten u moet aanleveren.

Begin op tijd met de registratie!

U moet veel documenten bij elkaar zoeken en digitaal aanleveren of printen.

Deadline van inschrijving

De deadline voor het inschrijven van een UBO is gelegen op 27 maart 2022.
Elke organisatie met een UBO-plicht heeft een brief gekregen waarin staat beschreven dat er een wettelijke plicht tot inschrijving bestaat. Mogelijk heeft u ter herinnering inmiddels al een tweede brief ontvangen. 

Meldplicht

Voor accountants, maar ook andere instellingen die onder de wwft wetgeving vallen geldt dat zij een actieve meldplicht hebben indien zij constateren dat de vermelding in het UBO-register onvolledig of onjuist is. Zij dienen dit na 27 maart 2022 te melden bij de KvK.  

Wat gebeurt er als u niet tijdig registreert?

Wanneer u op 27 maart 2022 de UBO's van uw entiteiten niet hebt ingeschreven, bent u in overtreding (economisch delict). Het Bureau Economische Handhaving (BEH) van de belastingdienst controleert hierop. Bent u in overtreding dan kan het BEH u een geldboete of een taakstraf opleggen. De op te leggen bestuurlijke boete is gemaximeerd tot € 21.750.

Hulp

Wij kunnen uw inschrijving niet regelen, dit mag enkel de tekenbevoegde binnen uw organisatie doen. Wij kunnen u echter wel assisteren indien u nog vragen mocht hebben gedurende dit proces. 

nan

Naar aanleiding van een Wet openbaarheid van bestuur (WOB)-verzoek is duidelijk geworden hoe de Belastingdienst kijkt naar de kosten die gemaakt worden die verband houden met de zogenaamde bedrijfsopvolgingsregeling. 

Het gaat om kosten rondom een bedrijfsopvolging waarbij enerzijds beroep wordt gedaan op de fiscale geruisloze doorschuifregeling voor de Inkomstenbelasting en anderzijds de voorwaardelijk vrijgestelde bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de Schenk- en Erfbelasting. 

Standpunt van de Belastingdienst

Het beleidsmatige standpunt van de Belastingdienst is dat de kosten van advisering, begeleiding en uitvoering van een BOR-traject betrekking heeft op de privébelangen van de overdrager en opvolger en niet op het belang van de onderneming zelf. Daarom zijn deze kosten naar het oordeel van de Belastingdienst geen zakelijke kosten en dus ook niet aftrekbaar bij de vennootschap.

Het gaat bijvoorbeeld om de kosten van de oriënterende gesprekken met de belastingadviseur, waarderingsdeskundigen en andere adviseurs. Ook de kosten van een voorafgaande herstructurering om optimaal gebruik te kunnen maken van de BOR zijn volgens het standpunt van de Belastingdienst eveneens niet aftrekbaar. De kosten van notarissen, ingeschakeld om een bedrijfsopvolging notarieel te begeleiden, behoren eveneens tot de niet aftrekbare BOR-advieskosten. Kort gezegd worden onder de niet aftrekbare kosten verstaan: ‘alle kosten die niet gemaakt zouden zijn indien geen bedrijfsopvolging zou hebben plaatsgevonden.’

Wij merken op dat in de literatuur anders wordt gedacht over de niet aftrekbaarheid van de BOR-kosten. Het is echter van belang om rekening te houden met het beleid van de Belastingdienst en met mogelijke discussies over de fiscale aftrekbaarheid van de BOR-kosten.

nan

Wat is ook alweer de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)?

De NOW is een subsidie waarmee u (beter) in staat wordt gesteld om uw medewerkers te blijven betalen. Hebt u omzetverlies geleden vanwege de coronacrisis? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor deze subsidie. Als u al eerder een aanvraag heeft gedaan kunt u dat nu weer doen, als u ervoor in aanmerking komt.

De NOW vraagt u aan bij het UWV. Het loket is inmiddels opengesteld. Aanvragen kan tot 13 april 2022. Noteer deze datum!

Als u teveel subsidie aanvraagt kan het betekenen dat u (een deel) van het ontvangen bedrag moet terugbetalen na de definitieve vaststelling.

NOW 8 in hoofdlijnen

De belangrijkste: kenmerken van de NOW 8 zijn:

Accountantsproduct

In een aantal gevallen heeft u bij grotere aanvragen een derden verklaring of een accountantsverklaring nodig. Daar kunnen we u uiteraard over informeren.

Wij zijn u graag behulpzaam bij het beoordelen van de vraag of een aanvraag zinvol is en het vervolgens voorbereiden en het indienen van de aanvraag. Meld u zich dan wel op tijd! Het kost tijd de aanvraag goed voor te bereiden.

nan

Heeft u zich al ingeschreven voor onze nieuwsbrief?
Inschrijven →

© 2024 HLB Nannen | Cookie statement | Privacy statement | Algemene voorwaarden | KVK 01140751 | BTW NL0033 79 760 B01

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram