Meer recent heeft Minister Kaag van Financiën antwoord gegeven op vragen uit de Tweede Kamer over de huidige stand van zaken van het UBO-register. Daarnaast heeft zij het parlement geïnformeerd over een mogelijke aanscherping van het UBO-begrip.
In EU-verband wordt momenteel onderhandeld over een nieuw pakket aan antiwitwasregelgeving. Onderdeel van dit pakket is een verdere aanscherping en uitwerking van het UBO-begrip. Wat betreft de verdere aanscherping zijn er geluiden dat de relevante percentages voor het kwalificeren als UBO worden verlaagd van (meer dan) 25 naar 5. Als e.e.a. doorgang vindt, zal dit leiden tot (nog) meer administratieve lasten bij zowel de betrokken rechtspersonen en personenvennootschappen als Wwft-instellingen.
In de praktijk wordt het UBO-begrip in bepaalde gevallen verschillend uitgelegd, wat de kwaliteit van het UBO-register en de toegevoegde waarde van de terugmeldplicht voor Wwft-instellingen (en bevoegde autoriteiten) niet bevordert.
Een voorbeeld van een onvoldoende duidelijk UBO-begrip zien we bij de veel voorkomende certificering van aandelen, waarbij de aandelen worden gehouden door een stichting administratiekantoor (STAK). De vraag die hierbij opkomt, is of de bestuurder van de STAK UBO is van de BV, waarvan de aandelen door de STAK worden gehouden. Een gedeelte van de praktijk beantwoordt deze vraag bevestigend en een ander deel ontkennend.
Het naar onze mening juiste antwoord is dat in het algemeen te gelden heeft dat de bestuurder van de STAK geen UBO van de “onderliggende” BV is. Niet de bestuurder heeft de zeggenschap over de BV maar de STAK die als stichting de aandeelhouder is van de BV. De STAK houdt daarenboven de aandelen slechts ten titel van beheer van de certificaathouders en dus in het belang van deze certificaathouders.
Een ander onderwerp waarop de minister ingaat is de vraag of een Wwft-instelling bij het aangaan van een klantrelatie moet beschikken over een uittreksel uit het UBO-register alsmede moet vaststellen of de UBO’s in het UBO-register zijn ingeschreven (art. 4 lid 2 Wwft).
Het antwoord hierop is (2 keer) “ja”.
Een het enigszins ontluisterende (maar niet onverwachte) antwoord op de belangrijkste vraag: is het UBO-register een effectief wapen tegen witwassen?
Hiervoor is deze wetgeving met allerlei administratieve verplichtingen voor vele partijen immers opgetuigd. “De tijd zal het leren”, volgens de minister. Tot op heden hebben de bevoegde autoriteiten slechts zo’n 1.000 uittreksels geraadpleegd. Bevoegde autoriteiten en opsporingsdiensten halen hun informatie liever uit andere, beschikbare, meer uitgebreide informatieproducten.
Desalniettemin ziet het er niet naar uit dat Nederland op de rem gaat staan t.a.v. een eventuele verdere aanscherping van het UBO-begrip. En zo houden we elkaar lekker bezig.
nan
© 2024 HLB Nannen | Cookie statement | Privacy statement | Algemene voorwaarden | KVK 01140751 | BTW NL0033 79 760 B01